Na “To Helle and Back” hebben we de smaak goed te pakken. Eén GR in de Hoge Venen is niet natuurlijk voldoende… de driehoek Eupen – Botrange – Monschau is goed voor drie GR dagtochten. Tijd voor nummer twee, de GR56 Botrange – Monschau. 18km dwars door de venen om te eindigen in de Duitse valleien aan de Rur. Ik doe wat navraag op het forum en krijg te horen dat we wel wat asfalt zullen moeten slikken. Stefaan, onze Hoge Venen specialist die ons de Trôs Marets leerde kennen, kan makkelijk uit de losse pols een hoop betere routes verzinnen. Mmm, we zien wel. De Hoge Venen zijn sowieso onze favoriete winterbestemming voor dagtochten en deze toch willen we toch op ons actief kunnen zetten.

Het weekend van 15 en 16 januari is gewoonweg prachtig. Een beetje vorst, een ongelooflijk strakke blauwe lucht en een felle winterzon. Samen met Herre, Smurfie en nog twee collega klimmers zonnen we zaterdag een dagje op de rotsen van Yvoir. Het weekend kan al niet meer stuk. Iedereen heeft een schoon kleurtjes als we ’s avonds naar huis rijden.

Zondag staan we vroeg op en spreken we af met Steve aka “Swat Boy” in Eupen. We hebben de hele week gezocht naar een verbinding tussen Monschau en Botrange, maar die is er niet. Wel is er Eupen – Monschau, en Eupen – Botrange, maar dit lijkt ons wat te omslachtig. Dus versieren we een tweede wagen en rijden we samen naar Monschau. Op de Burgau parking laten we een wagen achter. De GR56 passeert hier. Met de andere wagen rijden we via Kalterherberg richting Malmedy om dan in Sourbrodt af te slaan naar Botrange. De autorit voelt lang en ver aan. Moeten we dit straks stappen? Maar de GR snijdt natuurlijk een hoop af en gaat dwars door het veen; het zal dus wel lukken.

Fagne Wallone

Centre Nature de Botrange ligt er verlaten bij op deze zonnige dag. Het is ondertussen al na 10 uur. Bergschoenen aan, getten in de rugzak – “als we opnieuw wegzakken zoals de vorige keer trekken we ze aan!” – en we zijn weg. De eerste 3 km is overbekend en loopt samen met de GR573 langs de Fagne Wallone tot aan La Béole. Aan het kruisje verlaten we de GR573 en volgen we rechts de GR56 via een breed asfaltpad.

De paden zijn breed, geasfalteerd en recht. Niet direct onze cup of tea, maar we waren gewaarschuwd en straks wordt het wel beter. In de verte komen enkele paarden of pony’s af. Mooie sterke dieren met lange haren. Audrey panikeert, verwijt haar moeder een jeugdtrauma, ratelt iets van een kinderbuggy, wei en stoute paarden en wil de venen inspringen. Ecologisch correct zoals ik bij momenten wel ben, zeg ik dat dit niet mag, en daarbij straks komen we misschien een boswachter tegen en krijgen we nog een boete ook. Meestal wordt ik met zo’n uitspraak eens goed uitgelachen ware het niet dat net op dit moment een 4×4 tevoorschijn komt achter die beestjes. Moedig stappen we naast de paarden door en rijdt de boswachter ons in ware ranger-style voorbij. Voor de fans van het slapen onder de blote sterrenhemel: probeer het niet in het natuurpark van de Hoge Venen.

De paden blijven jammer genoeg breed en geasfalteerd of met grind bezaaid; je krijgt geen knuppelpaadjes voorgeschoteld op dit traject, maar het stralende weer maakt veel goed. Enkele verzichten, afgewisseld met passages door het bos, zorgen voor prachtige foto’s. Steve gaat de artistieke kant op met zijn nieuwe 7.2 megapixel.

De picknick smaakt en deze keer hebben we een thermos warme thee mee. Veel beter dan bevroren Aquarius. We nemen onze tijd en genieten van de zon en de absolute stilte. Een bejaard koppel denkt er net zo over en picknickt op een dikke boomstronk. Straf dat ze zo ver het veen ingetrokken zijn – ze gebruiken elk een stok – maar het zijn duidelijk veteranen. Dit wil ik later ook nog kunnen doen!

Kreuz-Im-Venn

Na de picknick bereiken we Kreuz-Im-Venn, een groot conglomeraatrots midden in het veen met een kruis van 6m hoog erop. Dit is duidelijk de uitstap voor de Duitse dagjesmensen. Veel kinderen proberen de rots te bedwingen. Het kind in mij ook natuurlijk, dat kon niet uitblijven. Best wel indrukwekkend, die rotsformatie!

De asfalt stopt hier ook en gaat het veen definitief over in bos. Via een met stenen bezaaid pad bereiken we de Duitse grens. Als je oplet zie je een “borne” staan. We stappen boven een oude spoorlijn en komen om de weg uit. Hier moeten we naar links, en volgen we de indicatie “A5” of “100”. De rood-witte strepen komen wat minder voor, maar gewoon wat opletten en je vindt de weg zo. We volgen deze autoweg rond een meer om het dan te verlaten en af te dalen naar de Rur. Dit onstuimige riviertje volgen we tot bijna in Monschau.

Het contrast is groot met de venen: diepe, steile hellingen met vaak stevige stukken rots op de flanken. Een andere stijl… zelfs anders dan wat we gewend zijn in de valleien rond Malmedy en Xhoiffraix.

Na enkele kilometers verlaten we plots de vallei (dus hier wel eventjes opletten) en klimmen we via een smal pad snel tot boven aan een uitzichtpunt. Monschau is wel niet te zien, en komt het door die enkele vierkante cm onduidelijk 1:50.000 kaartje van Duitse makelij, maar m’n oriëntatievermogen laat me in de steek. Gelukkig kunnen we gewoon de GR markering volgen en stappen we via een dalende heuvelrug naar Monschau.

Monschau krioelt ondertussen van het volk en heeft veel weg van een showroom voor Duitse topmodellen – de wagens bedoel ik dan.

Deze tocht was makkelijk en rustig. Inderdaad héél veel asfalt en grind, namelijk van La Béole tot aan Kreuz-Im-Feld. Maar het ongelofelijk prachtige weer (quote: “zo’n weer hebben we in de zomer niet!”) maakte veel goed. Op een regenachtige, donkere dag hadden we misschien de tocht een beetje eentonig gevonden. Dus misschien niet direct een aanrader voor een dagtocht (of zijn we gewoon te verwend qua natuurpracht en spectaculaire paadjes?), en het feit dat je twee wagens nodig hebt, maakt het er niet eenvoudiger op. Tijdens een meerdaagse trektocht is dit wellicht wel een leuk en deugddoend stuk waar de spieren wat kunnen recupereren.

Tijd om die “Kutenhart” suggestie van Stefaan eens te proeven. Maar eerst de driehoek afwerken: Eupen – Monschau!