Een driedaagse tocht, die zelfs ingekort kan worden tot 2 dagen mits makkelijk te gebruiken openbaar vervoer, rond Les Aiguilles Rouges in Chamonix en op de grens met Zwiserland, met prachtige uitzichten op de Mont-Blanc en toch veel wildernis gevoel.

Deze toch is een variant op de Tour Des Aiguilles Rouges, die op zijn beurt gebruik maakt van bestaande GR en GRP paden. Wij voegden nog enkele – hogere – paden toe, in het bijzonder ter hoogte van de befaamde Lacs Noirs en Lac Cornu.

De kabellift naar Le Brévent vanuit Planpraz.

Je stapt deze tocht in drie dagen, maak je gebruik van het openbaar vervoer tussen Vallorcine en Chamonix (trein / bus / autostop) dan kan je zelf inkorten tot twee dagen. Maar dan mis je de prachtige (hoge variant van de) Balcon Sud boven Chamonix. Schrikken de 40km en 2500 hoogtemeters je wat af, dan kan je eventueel de tocht nog verder opsplitsen: bivouac mag in het Réserve Naturelle Nationale Des Aiguilles Rouges zolang het maar een échte bivouac is, dat wil zeggen bij zonsondergang je tentje opzetten en bij zonsopgang al terug in de weer. Wil je de rugzak licht houden qua bevoorrading, weet dan dat je tal van (erg knappe) hutten passeert waar je altijd wel iets lekkers voorgeschoteld krijgt, én waar je eventueel ook kan blijven slapen. Deze online kaart van het IGN heeft je een mooi overzicht van de GR / GRP routes alsook van de hutten op het traject. Let wel, wij weken een beetje af van deze route.

Net onder de Brévent met de reusachtige Rochers des Fiz in de achtergrond.

Wij vertrokken voor de lol eens vanaf Le Brévent 2525. Dit betekent twee kabelliften vanuit Chamonix 1055 nemen, maar je start wel lekker op een fijne hoogte waar het meteen aangenaam ademen is, én de eerste uren bergaf zijn. Eerst even noordoost naar de Col du Brévent 2368 om dan de lange afdaling te nemen noordwest tot aan de brug over de Diosaz 1587. In principe zou je daar rechtdoor moeten kunnen maar wij vonden die weg niet, dus volgden we maar de GR5 tot aan de Refuge du Col d’Anterne 2002 . Een dessert rijker ging het richting Col de Salenton 2526.

Niet geplande stop bij de Refuge du Col d’Anterne.

Eerst werd wel nog even overnacht op zowat het enige vlakke stuk ter hoogte van Chalets de Villy 1885. Daar is zelfs een noodhut / schuur waar je eventueel zou kunnen overnachten. En stromend water. ’s Ochtends sta je op in letterlijk de schaduw van de Mont-Blanc, die zelf al badend in het licht zorgt voor een euforisch gevoel. De lange klim naar de 2526m hoge col voelt goed aan in de koelte.

Qua achtergrond kunnen we echt niet klagen.

Zodra je de col gepasseerd bent (wind!!!), stap je ogenblikkelijk in een andere wereld. Het pad verdwijnt en je stapt de komende uren op steile rotswanden. Mocht het nu regenen zou je erg in de problemen zijn want je stapt eigenlijk puur op adherentie. Wellicht ben je niet alleen, dit is ook de normaalroute naar de 3096 Mont Buet, die links van je verstopt ligt.

Col de Salenton en Mont Buet op de achtergond.

Je daalt tot aan de Refuge de la Pierre à Bérard 1924, bij heet weet, zelfs in september, is deze pal naar het oosten georiënteerde nauwe vallei erg, erg warm. Pas veel lager, onder de boomgrens krijg je wat verkoeling. De paden zijn wel erg eenvoudig op dit stuk. Ter hoogte van Cascade de Bérard passeer je nog een buvette alvorens in Le Buet aan te komen, op de verbindingsweg Chamonix – Martigny (Zwitserland). Hier kan je eventueel een trein terug nemen naar Chamonix.

Afdalen op pure adherentie. Hier kan het best niet regenen!

Volg de variante van de Tour du Mont Blanc zuidwaarts en duik ter hoogte van Tré-le-Champ 1417 terug Les Aiguilles Rouges terug in. Een alternatief kan zijn om 1km vroeger, ter hoogte van Col des Montets 1461 (met de chalet van het natuurcenter) daar al omhoog te gaan, via de GRP. Maar dat is een wel erg steil en zo mis je de laddertjes ter hoogte van l’Aiguillette d’Argentiere 1893.

De watervallen rond Cascade de Bérard zijn erg mooi ingericht en kunnen gratis bezocht worden.

Richting Lac Blanc 2352 en zo passeer je in de buurt van Lacs des Chéserys 2133, wat enkele goeie maar piepkleine bivakplekken oplevert. In de Chalet du Lac Blanc kan je eten en eventueel ook overnachten. Na de Lac Blanc dalen we *niet* af naar de kabellift van La Flégère 1894 (wat het merendeel van de bezoekers wel doet en een goed alternatief vormt als je wilt inkorten), maar volgen we richting Index 2396 (ook kabellift).

Wild genoeg qua bivakplek?

Hier verlaten we de klassieke GR achtige paden en duiken we eerst naar beneden om dan de westwaarts richting Col de la Glière te trekken 2461. De beklimming is eenvoudig, maar wel lang en vooral warm. Net voor de col wordt het even leuk met wat goed geplaatst ijzer voor houvast.

Het leuke stukje net onder Col de la Glière.

Het stukje dat nu volgt is erg leuk en loopt net achter de graat, op de westkant / de kant van Les Lacs Noirs & Lac Cornu. Je stapt ongeveer de hele tijd op dezelfde hoogte, huppelend van de ene rotsblok naar de andere tot aan Col du Lac Cornu 2414.

De erg leuke doorsteek achter de graat tussen de beide cols.

Van daaruit volgt een lange maar eenvoudige afdaling tot Planpraz 2000m. Daar neem je de lift terug naar Chamonix. Je kan uiteraard ook te voet afdalen maar je knieën gaan je dankbaar zijn dat je die laatste 1000 hoogtemeters niet neemt.

Het laatste stukje richting Planpraz… om dan de liftjes terug naar Chamonix te nemen.

Wil je de liften in zijn geheel vermijden dan kan je best de tocht aanvangen in de buurt van Le Buet of Col des Montets, allemaal met eigen wagen, de trein of de bus te bereiken.

Een mooi alternatief voor wie geen tijd heeft voor een volledige Tour du Mont Blanc. Qua logistiek is de wandeling erg eenvoudig en je hebt een uitgebreid netwerk van hutten ter beschikking om te overnachten of gewoon iets te eten. De route is erg gevarieerd en voelt erg wild aan, zelf doe je regelmatig populaire stukken aan. Naargelang de conditie en de goesting te doen in 2, 3 of 4 dagen.