Ok, we hebben ons alle materiaal aangeschaft en kunnen de gletsjer op. Tijd om eventjes samen te vatten:

schoenen: we gaan er van uit dat je die zelf wel aankrijgt 😉

stijgijzers: ai, dit is een ander paar mouwen. Stijgijzers hebben veel verschillende bevestigingssystemen, en die verschillen nog wel eens van merk tot merk. Kies je stijgijzers en schoenen in functie van wat je gaat doen. En zorg ervoor dat schoenen en stijgijzers passen. Neem gerust (het is eigenlijk noodzakelijk) je schoenen mee naar de gespecialiseerde outdoorzaak en laat deze mensen je adviseren. Goed opletten en zorgen dat je nog weet hoe je het stijgijzer moet bevestigen als je die gletsjer bereikt hebt!

touw: we gaan ervan uit dat je kiest voor een typisch 8,6mm 50m touw. Beide cordeeleden aan de uiteindes van het touw binden zich typisch in met een geweven acht. De andere leden verdelen zich, in het midden, over het touw en binden in op een dubbele acht, ingeklikt op de gordel met een musketon. Het touwoverschot, tussen de buitenste cordeeleden en de binnenste, wordt rond de borst gewikkeld van de buitenste cordeeleden en afgebonden (of in de rugzak weggestopt).

ijspikkel: die wordt aan de kop vastgehouden als een wandelstok, de punt naar achter. Bij een val van een cordeelid, breng je de pikkel onder je lichaam (punt wijst nu naar voren) en laat je die bijten in het ijs. Deze techniek wordt ook gebruikt om jezelf tot stilstand te brengen bij een eventuele glijpartij. Oefen dit eens op een ongevaarlijke helling, waar je rustig uit kan glijden (dus zonder afgrond of stenen).

’t Ja, nu weet je ongeveer wat voor materiaal je nodig hebt… maar welk model ga je je nu precies aanschaffen? Het aanbod is overweldigend. Om je een idee te geven, sommen we hieronder op wat wij nu zelf gebruikt hebben en waarom.

Kleding

Je hebt natuurlijk aangepaste kleding nodig: het bekende drie-lagen-systeem. Een ademende basislaag, een warme fleece en een water en winddichte jas.

Te vaak zie je mensen met niet-aangepaste kleding zich in het hooggebergte wagen. In het dal mag het dan wel +30°C zijn, daarboven is het koud en vriest het. Zeker de verschillen tussen zon overgoten plekjes en schaduwkanten zijn enorm. Daarbovenop slaat het weer om in no-time in het hooggebergte. Zo is het Mont-Blanc massief bekend voor zijn zware onweren in de namiddag… in het hooggebergte! De vallei blijft zonnig!

Hoe negatief het ook mag klinken, je moet je op het “ergste” voorbereiden. Ooit heb ik een verhaal gehoord van een sterke wandelaar die op zijn baskets de Mont-Blanc via de normaal route beklommen had. Geen aangepast materiaal, niets, wel een goeie conditie… daar niet van… En die persoon heeft de top mooi gehaald, en vroeg zich af waarom de anderen ingebonden waren op touw, waarom die rugzakken met extra kledij meenamen etc. Die persoon heeft veel geluk gehad. Hij kon zich letterlijk géén enkele mistap permiteren (geen touw! geen piolet!). En dit zijn nog maar de factoren die je zelf in de hand hebt… was het weer omgeslegen, dan was die nooit levend, maar wel diepgevroren (doch vers!!!) van de top geraakt.

Daarom, dit technische materiaal is in hooggebergte een eenvoudige noodzaak.

Onze voorkeur gaat naar “stretch” kleding, die de beweging niet belemmerd. The North Face bracht onlangs een nieuwe stof op de markt: Apex. Rekbaar in alle richtingen, warm, winddicht, waterafstotend en winddicht. Ideaal dus voor een stevige klimbroek. Wij kozen voor de Apex Backcountry Pants. Deze broek heeft afneembare bretellen, voorgevormde knieën, verstevingingen onderaan de broekpijpen en ingebouwde getten.

Boven de technische basislaag en de fleece kiezen we voor een Atmosphere Jacket van The North Face. Deze shell (jargon voor lichte jacket) is superlicht en opnieuw rekbaar. Dankzij dit rekvermogen kan je de jacket dicht tegen je lichaam dragen, wat warmteverlies tegen gaat, zonder dat je beweging belemmerd wordt. Een zeer aangenaam stukje spitstechnologie!

Dit geheel vullen we aan met een warme muts (je lichaam koelt grotendeels af via het hoofd) en een paar thermische en winddichte handschoenen (don’t get me started on horror-verhalen over zwarte, bevroren vingerkootjes). In koud weer is een warme donsvest, netjes samengepropt onderin de rugzak, een ongelovelijke luxe: op de inspannende stukken produceert je lichaam genoeg warmte, en wordt die dankzij de fleece en de gore-tex binnen gehouden, maar éénmaal de zware inspanning afneemt (bv. wachten tot een ander touwcordee een hindernis genomen heeft), koelt het lichaam snel af en kan je een extra thermische laag best wel gebruiken.

Gletsjerbril

Een speciale gletsjerbril is nodig van zodra je je in het hooggebergte begeeft. Door de grote hoeveelheden licht, kan je zonder bescherming makkelijk sneeuwblind geraken. Een gletsjerbril biedt uitstekende bescherming tegen UV, schadelijke infrarood stralen, maar ook wind en sneeuw.

De echte gletsjerbrillen bestaan uit glazen van categorie 4. Die filteren alle schadelijke stralen, maar zijn niet geschikt voor dagelijks gebruik (je mag er bv. niet mee autorijden). Categorie 3 glazen worden vaak gebruikt in skibrillen, en kunnen misschoen voor een eerste kennismaking gebruikt worden; maar trek je voor lange tijd in het hooggebergte, dan zijn categorie 4 glazen absoluut noodzakelijk.

Schoenen

Ah, schoenen, de eenvoudige regel is vaak: hoe technisch, hoe minder comfortabel voor het gewone stapwerk; met plastieken type D schoenen ga je niet een trekking beginnen. Hoewel de type D schoenen van Lowa (bv. de F1 Cristallo’s, zie artikel wintertrekking) ongelovelijk meevallen op niet-technisch terrein. Maar een type D voor een gletsjerwandeling zou misschien wat overkill zijn. Een type C (=zeer stevige alpinstenschoen) is de standaard. Maar als niet-alpinist is de kans dat je zo’n paar schoenen hebt natuurlijk zeer klein…

Voor les Balcons de la Mer de Glace, waar naast gletsjerwandelen ook heel wat bergwandelen voorkomt, kozen wij voor stevige, volledig lederen schoen van Lowa: de Lowa Kibo’s. De zool geeft nog wat mee (comfort!) en de schoen bestaat uit één stuk leer, géén naden (waterdichtheid en stijfheid!). Als je het ons vraagt een ideaal compromis tussen lange stukken bergwandelen en occasioneel gletsjerstappen.

Klimuitrusting

Welk stijgijzer? Wat voor piolet? Ga ik voor “Rando” materiaal of schaf ik me meteen “mixte” materiaal aan? Als er iets niet gemakkelijk is, dan is het zeker een keuze maken in deze ijzerwinkel!

Eventjes opfrissen: “rando” stijgijzers en pikkel zijn lichtgewicht en comfortabel, maar niet geschikt voor het zwaardere werk. “Mixte” stijgijzers en pikkel zijn zwaarder, maar sterker en zijn meer universeel inzetbaar, maar ergens toch minder comfortabel. Je begint pas, dus wil je niet veel geld investeren, je kiest voor economisch instap modellen. Maar misschien wil je volgende zomer al meer doen, en moet je opnieuw een technischer paar aanschaffen. Ben je dan niet beter af met stevig technisch materiaal? Maar is dat technisch materiaal nu geen overkill? Je bent van plan om op de Mer de Glace te stappen, niet de Everest te beklimmen. Hmmm, die eeuwige compromis toch!

Daar kennen we alles van! Maar CAMP biedt te oplossing. Zij bieden half-stijve 12 punten stijgijzers die geschikt zijn voor het betere mixte werk, maar toch comfortabel zijn en zowat op iedere schoen (!) passen. De CAMP IceRider zijn verstelbaar en kunnen via een ingenieus systeem makkelijk op de schoen gezet worden. Je stapt er makkelijk mee, en wil je een steile want aanvallen, dan kan dit ook zonder probleem. Geen compromis dus! Zalig!

Nu nog een ijspikkel? Zelfde verhaal hier… licht rando B model? Of meteen een stevige ijsbijl? Die dan natuurlijk te kort is als wandelstok voor een gletsjerwandeling. CAMP bracht dit jaar een zeer innovatieve ijsbijl uit: licht, sterk, zeer technisch (polslos, gebogen vormgeving), zowel te gebruiken als ijspikkel als ijsbijl! De CAMP Alpax kan het allemaal aan. Ideaal dus als je denkt verder te evolueren in de bergwereld, of om eens te spelen op een steile ijshelling!

Documentatie

Een essentieel, en zéér aangenaam, onderdeel van wandel en bergtochten is het opzoeken van informatie in de gespecialiseerde lectuur. Op die manier heb je tijdens het plannen het gevoel dat jer al een beetje bent ;-). Wij houden enorm van de prachtige reeks “Randonnée & Montagne” van Glénat.

Opleiding

In ieder bergdorp vind je wel een companie de guide; in Chamonix vind je er de oudste van de wereld: La Compagnie des Guides de Chamonix. Deze gidsen organiseren vaak opleidingen van een week, waarin alle aspecten aan bod komen, en waar je vaak de laatste dag(en) een “echte” beklimming maakt.

Voor degene die het wat rustiger willen doen (en de kat toch maar eventjes uit de boom kijken) bieden de meeste gidsen ook korte sessies aan: een ochtendje ijswandelen op de Mer de Glace, een namiddagje rotsklimmen in Les Gaillands. Ideaal dus voor een eerste kennismaking.

Wel je verder in deze sport, dan raden we je aan lid te worden van een “Alpenclub”. Ieder land heeft zo zijn club; de bekendste zijn natuurlijk de “Club Alpin France” (CAF) en de “Club Alpin Suisse” (CAS), maar ook ons eigen landje heeft een prestigieuze club: de “Club Alpin Belge” oftwel de Belgische Alpen Club (CAB/BAC). Opgericht door onze koning-klimmer Albert I. Dergelijke clubs bieden je, naast een sportverzekering en een permit voor de belgische massieven, zeer uitgebreide opleidingen aan.

Naast de BAC, heb je in ons Belgenland ook de VBSF (Vlaamse Bergsport en Speleo Federatie). Beide clubs zijn naar elkaar aan het groeien en zullen ooit wel één worden. Het maakt uiteindelijk weining uit welke club je kiest. Met de lidkaart van de ene club kan je zowieso op de massieven van de ander klimmen. De beste strategie om je weg te vinden in het Belgische klimwereldje is de volgende:

1) ga naar je lokale indoor-klimzaal
2) maak daar wat vrieden, een rondje geven aan de toog schijnt te helpen!
3) sluit je aan bij de club waar je pas verworven, ervaren vrienden lid van zijn
4) nadat je indoor een bepaald niveau hebt bereikt, kan je buiten gaan klimmen
5) volg een opleiding tijdens een zomerkamp

Voor een volledig overzicht van alle indoor klimzalen verwijzen we je graag door naar onze bevriende website Belgian Clilmbing Network.

Ervaring opdoen

“There is no substitute for experience”, zegt het engelse spreekwoord. In deze verticale wereld is dit meer dan waar. Na het lezen van dit artikel ben je uiteraard geen volleerd alpinist. Je bent hooguit een sportieveling die nu misschien wat meer zicht gekregen heeft in deze wondermooie sport. Volg opleidingen, luister naar en klim met ervaren klimmers, gebruik de diensten van de berggidsen. Alpinisme is een moeilijke, vaak gevaarlijke maar altijd zeer mooie sport, waar je een leven lang plezier aan kan beleven.

Tot in de bergen?

Hiking.be

Met dank aan CAMP, The North Face, De Berghut, Lowa en Glénat voor hun medewerking en advies.