Zondag 26 december 2004… tweede kerstdag. Daags ervoor discussieren we of we de wekker om 6 dan wel half 7 zetten. Om half 7 kweelt onze dreammachine ons wakker. Een kattewasje en een half uur later rijden we richting Liège. “We gaan de Helle doen”, een fameus stukje uit de prachtige GR573 – de GR van de Hoge Venen – dat Eupen met Signal de Botrange verbindt. Uit wat we ervan gehoord hebben, blijkt dit een stukje mensenverslindende wildernis te zijn, zeker in de winter. Niet doen dus!

Centre Nature de Botrange

Rond 9 uur rijden we Eupen uit en klimmen we naar België’s hoogste punt. De temperatuur zakt onder nul. We parkeren aan het spiegelgladde Centre Nature van Botrange. De Hoge Venen moet je ons niet laten kennen, we hebben het hier nog nooit warm gehad en zijn dus op alles voorbereid. Met merino basislaag, fleece en donsjas trotseren we de bijtende kou en stappen we naar de bekende Fagne Wallone. We volgen het traject in omgekeerde richting, alles bergaf dus, zou het traject toch eenvoudiger moeten maken, niet? En zo hebben we om 7 uur ’s avonds een bus terug naar Botrange.

Maar we stapten langs de Fagne Wallone, met een goeie 2km loodrecht pad voor ons. En die bittere kou? Die viel heel goed mee want de donsjas verdween snel terug in de rugzak. Vreemd, alles is stijfbevroren, er ligt wat sneeuw, maar nog nooit hebben de Hoge Venen ons zo’n zacht klimaat voorgeschoteld. Een mooie dag dus, ideaal wandelweer. Twee herten steken de weg voor onze neus over. We zijn de enige wandelaars hier. Enkele seconden later huppelen ze opnieuw voorbij. Zei ik al dat het ideaal wandelweer was?

We dwarsen het bos op het einde van dit groot stuk veen om op een brede bosweg uit te komen. Wat verder staat een infobord, en wordt de variante aangeraden bij “grande crue”. De zon kwam er precies wat door – of was dat wishful thinking? – anyway het leek ons geen grande crue weer, en daarbij we waren net gekomen voor dit moeilijke stuk waar iedereen het over had.

De Helle

We stappen verder en genieten van prachtige vergezichten op de venen rond ons. Hier en daar ligt een diepe plas, maar die kunnen we altijd makkelijk ontwijken. Pfff, zo erg is die Helle ook weer niet, we hebben allebei nog droge voeten! Oh kijk een brug en een riviertje! Dàt moet de Helle zijn! Er stond iets van een doorwaadbare plaats in de GR topogids, maar nu staat er zelf al een brug! Kan niet makkelijker dus, nog een geluk dat we het moeilijke stuk genomen hebben, en ons niet hebben laten afschrikken door het infobord!

De weg wordt nu zeer smal en kronkelt met de Helle mee, om dan helemaal te verdwijnen. Je zoekt je weg tussen het water dat van alle kanten blijkt te komen, het gladde ijs, de vettige stenen, de afgebroken takken en bomen, de modder (waarom is die niet bevroren?) en de befaamde venen, die plekken die er nèt zo uit zien als iedere andere plek, maar waar je doorzakt tot aan je knieën. Audrey gaat drie keer gillend onderuit in nog geen half uur. We worstelen verder, steeds op zoek naar de droogste weg. De tijd gaat snel vooruit maar voor ons voelt het aan alsof de brug over de Helle pas minuten geleden was.

Langzaam verandert de natuur en wordt het wat minder “veenachtig”. Het pad is er terug en loopt wat makkelijker. We steken nu een mooie open plek open, een soort van wei die in de verte overgaat in een groot bos. Er loopt een klein straaltje water over het pad, ik neem een sprong en zak met één been tot over de knieën weg in de smurrie. Ik hoor en voel het water in m’n schoen binnendringen in die ene seconde. Enfin, we hebben al bij al deze Helle redelijk overleefd, niet? Het stuk dat nu komt is bos, dat wist ik – rond Ternell was ik al eens gaan stappen.

The Revenge of The Helle

De GR loodst ons eventjes van de Helle weg om dan via een stijfbevoren en spekgladde weg recht op de Helle af te dalen. Audrey is het vallen beu en concentreert zich op het ijs. Ik krijg een week gevoel in de knieën: de Helle stroomt hier voor ons… het pad is aan de andere kant, er is geen brug. Misschien links? Neen? Misschien rechts? Ook niet. De Helle is hier al stukken groter en dieper dan in het moeilijke veengebied. Dit is die doorwaadbare plaats waarover ik gelezen heb! Niet die brug van deze morgen! Audrey is ondertussen naast me geraakt en heeft snel door hoe de vork in de steel steekt… Teruggaan, en opnieuw dat moeras doorworstelen, daar heb ik weinig zin in. Het water doorstappen en met natte voeten de rest van de 22km afleggen ook niet. Dan maar de schoenen uit, de broeken optrekken en blootvoets de Helle door? Maar er ligt sneeuw… het vriest… niets aan te doen, en zo denkt Audrey er ook gelukkig over. We zoeken een goeie plek, aan de weg zelf stroomt het water harder, hier willen we het niet proberen. Wat verder stroomopwaarts is het kalmer en ongeveer een halve meter diep. Ik stel nog voor Audrey op m’n rug te nemen, maar als ik dan omval zijn we alletwee kletsnat. Daarbij we hebben geen stokken bij om ons evenwicht te helpen bewaren.

Doorwaadbare plek… my #$$!

Ik doe m’n schoenen uit en trek snel m’n sokken uit. Aaargh de bevroren grasgrond bijt in m’n voeten. Ik mank naar de Helle en laat me in het koude water zakken. Ergens valt het nog mee, het water voelt alleszins minder koud aan dan de vorst. Ik stap snel tot halverwege de rivier. Lap, het wordt hier dieper, wellicht driekwart meter diep, Audrey staat achter me… het klinkt misschien cliché maar je voelt dat je benen en voeten niet goed meer luisteren en je moeilijkheden hebt om gecontroleerd te bewegen… stilstaan is echt geen goed idee… ik stap wat opzij, daar is het minder diep maar de laatste meter tot aan de oever blijft diep… ai met m’n lange benen valt dit nog mee maar Audrey gaat hier nat worden… foert… snel… uit dit water! Ik grijp een handvol bevroren grassprieten vast en sleur me op de hoge oever. Nu is het pas koud aan de voeten! Omdraaien en Audrey als de bliksem uit het diepe water trekken.

Een breed pad door het Hertzogenwald trekt onze gemiddelde snelheid en lichaamstemperatuur wat omhoog.

We staan te springen in de kou… ik schreeuw dat we de regenjassen uit de rugzak moeten halen en erop gaan zitten… Audrey kijkt vreemd en trekt haar donsjas uit… neen die niet… de Gore-Tex jassen, in jouw rugzak! Snel! We staan ook nog eens in een distelveld, écht waar. We nemen plaats op onze regenjassen en met m’n fleece wrijf ik Audrey’s voeten en benen droog. Haar Apex broek is goed nat aan de onderkant maar dat kan geen kwaad zegt ze. Tijd om eens naar mij eigen voeten te zien. Shit… ik bedoel… er hangt stront tussen m’n tenen. Ergens ben ik er ook nog in geslaagd om in die paar meter tussen de oever en het distelveld in uitwerpselen te trappen. Dan maar terug de rivier in, voet snel spoelen, opnieuw door de distels en me snel laten vallen op m’n jas. Fleece, fleece? Voeten in de lucht houden en drogen. Terug de sokken en schoenen aan, de broek laten zakken. Schade opmeten… goh de ingebouwde getten gaan ons wel beschermen van de natte onderkant. Hé ik loop al die tijd in niets anders dan m’n merino basislaagje rond, en het is doenbaar… voelt niet extreem koud aan… enfin misschien hebben we nu wel eventjes een verkeerd beeld van wat kou is, als we in de winter een rivier doorsteken… daarna voelt alles wellicht warm aan.

Hertzogenwald

De fleece gaat terug aan, een snelle blik op de GSM leert ons dat het half één is. Verdorie, die Helle heeft ons goed liggen gehad… nu we het gedaan hebben kunnen we alleen maar zeggen dat dit stuk inderdaad af te raden is voor trekkers met zware rugzakken. We zijn nog maar aan Herzogenhügel. Oké, het volgende stuk is bospad, dus steken we er een goed tempo in. De GPS rekent uit dat we nu 6.1 km/u stappen… het pad blijft breed en we komen de eerste wandelaars tegen. De sneeuw verdwijnt nu ook, hier en daar is het nog opletten geblazen voor een ijsplek. Na kilometers brede en rechte bosweg is het nu terug wat smaller maar we houden het tempo erin, voelen ons terug kiplekker en vooral droog en in no time staan we aan de barrage van de Helle. Hier stoppen we om wat te eten.

De enige droge plek is aan de achterkant van de stinkende… euch… machinekamer van de stuwdam tegen een oud metalen hek. Niet slim natuurlijk want de kou kruipt zo onze rug in. Donsjas vantussen de geplette croisans gevist, een slokje van de gediepvriesde aquarius, bedacht dat een thermos met thee of soep beter zou smaken en de laatste 6-7 kilometer ingezet naar Eupen. Het pad wordt opnieuw breed, het bos donkerder. Heel wat bomen zijn hier omgehakt, en wellicht zijn zijn ook enkele GR streepjes gesneuveld, maar de route vinden is doodsimpel: gewoon de Helle volgen. Net voor Eupen passeren we de Pont Guerrier oftwel Schwarze Brücke, hier staat een kleine schuilhut en blijven we nog eventjes zitten. We hebben toch nog tijd genoeg om de bus naar Botrange te nemen. Ondertussen vergapen de sjieke-mensen-met kerstmis-kater-en-carré-hemdje-met-passende-groene-broek zich naar ons.

De laatste honderd meter tot in Eupen Haas regent het lichtjes. We zijn er… de regen gaat over in sneeuw en de mist rolt binnen in Eupen. We hebben het laatste stukje wildernis van België nipt overleefd ;-).