Le Balcon Nord is waarschijnlijk de mooiste bergwandeling die je kan in Chamonix kan maken. En de bekendste is ze zeker, want dit is de Henri Vallot route die Plan de l’Aiguille met Montenvers verbindt.

Je vertrekt vanuit Chamonix met de télécabines van l’Aiguille du Midi. Welja, dat probeer je toch want in het hoogseizoen staan hier monsterfilles 😉 Wij waren om 6u ’s morgens opgestaan en hebben pas om 10h30 de télécabines kunnen nemen… Naar het schijnt kan je reserveren de dag op voorhand, maar ook de reservaties zijn beperkt. Ok, we zaten dus in de télécabines richting l’Aiguille du midi. Richting, omdat we aan de eerst halte uitstappen: Plan de l’Aiguille. Voila, we zijn al op 2233m hoogte en hebben zo een lastige klim van 3 uur uitgespaard.

Het Henri Vallot pad loopt in noordoostelijke richting, onderlangs de Aiguilles van Chamonix en parallel met de valei van Chamonix richting Montenvers. Maar eerst gaan we op zoek naar de Lac Bleu, een klein, ruw meer in de rosten gehouwen op een tiental minuutjes van de télécabines. We stappen rechtdoor, via de berghut & café en klimmen zo een paar extra meters. Daarna buigt het pad af richting Montenvers om dan nog eens een paar meter te stijgen. Een goeie 100, 200 meter lager zie je het drukbelopen pad dat we straks gaan volgen.

Je klimt wat verder richting de massieve aguilles recht voor je, tot je plotseling het meer voor je ziet opdoemen. Er is geen mens te zien omdat het meer volledig uit het zicht van het Henro Vallot pad ligt. Even op adem komen en genieten van de kracht die het meer uitstraalt.

Een extra laag zonnecrème (niet vergeten!) en we beginnen de eigenlijke wandeling. We zijn wel een 200 m te hoog en kunnen kiezen, terugkeren naar de télécabines en vanaf daar het correcte pad volgen (dat daar ook nog een 100 m daalt) of loodrecht naar beneden stappen. Wij kozen voor het laatste, maar we raden dit echt niet aan; het was bij momenten wel gevaarlijk, dus kan je beter op je stappen terugkeren. By the way: de reddingshelicopters vliegen je hier om de oren. We zien er zelfs meerdere gelijktijdig. Niet onozel doen is de boodschap 😉

Eén keer op het goede pad kan je niet missen: je volgt de vele mensen richting Montenvers. Het pad is in prima staat, en baadt – tegen de middag wel te verstaan – in het zonlicht (’s morgens is het hier ZEER koud). Het is aangenaam wandelen, en de hoogteverschillen zijn miniem. Tot je aan de voet van Signal Forbes komt, je kan hier een hoek afsnijden en dus de klim vermijden, maar dit moeten we absoluut afraden. Boven op Signal Forbes (2200m) kom je in een andere wereld terecht…

De klim is kort en krachtig, maar het pad is opnieuw in perfecte staat. Eenmaal boven bereik je een soort van plateau. Vanaf hier stijgt het nog lichtjes, maar de route gaat nu over een spectaculaire rotsgrond. En dan zien we de torentjes: opgestapelde stenen zoals je ook wel in Nepal tegenkomt. Eén, twee, … tientallen, misschien wel honderd. In Nepal hebben ze een religieuze betekenis (de goden gunstig stemmen), in de Alpen kom je ze soms wel tegen als wegwijzer, maar hier hebben ze meer een emotionele betekenis: de trots en het overweldigende gevoel dat je hier voelt op deze top.

We steken de top over, kriskras tussen de torentjes richting het oosten, maar vooral: La mer de Glace! Een mooier zicht dan vanop Signal Forbes kan je niet dromen. Reken maar dat je hier een uurtje gaat staan gapen 😉

Daarna daal je af naar Montenvers. Dit duurt wel eventjes en is weinig spectaculair in vergelijking met wat je net beleefd hebt… Bij momenten zie je het treinstation van Montenvers. Je blijft veel en lang dalen tot je aan het station aankomt.

Hier kan je een massa volk verwachten. Dit is het eindstation van het bergtreintje dat uit Chamonix vertrekt. De mensen komen de Mer de Glace bekijken en een bezoekje brengen naar de Grotte Glacier. Dat gaan wij ook doen, maar niet met de zetelliftjes zoals vele toeristen, maar te voet. Stap het station door in oostelijke richting en neem het dallend pad dat naar de grot en de berghutten leidt. Na 10 minuten kom je aan de splitsing tussen grot en berghutten. Wij volgen uiteraard de grot, maar alpinisten die de gletjer willen oversteken moeten de andere weg volgen. Na nog eens 10 minuten geraken we aan de grot. Je koopt een ticketje en je kan via bruggetjes de grot in de gletjser betreden. Deze grot wordt ieder jaar opnieuw uitgehakt: logisch want de gletsjer leeft een kruipt ieder jaar een paar meters verder. Hier en daar zie je nog de grotten van de voorbije jaren. De grot zelf bezoek je in enkele minuten, maar wie kan zeggen dat hij IN een gletsjer gewandeld heeft? Jij, en de duizend toeristen achter je, maar ja, het voelt toch goed aan 😉

De klim begint wat door te wegen en éénmaal boven besluiten we de bergtrein terug te nemen. Er staat opnieuw een monsterfille: de laatste trein is in principe om 18h, maar gezien de massa volk, blijven de treinen rijden tot iedereen terug is. En dat kan lang duren…

Op de terugreis, comfortabel in het treintje zijn we beiden zeer blij dat we niet te voet zijn afgedaald. Het zou een lange wandeling zijn van een drietal uur door de bossen van Chamonix. Plus, we zijn een verwend door al dit wandelen in de machtigste massieven van de wereld, dus een eenvoudige boswandeling spreekt ons al lang niet meer aan 😮

Uitgehongerd en laat op de avond komen we aan in Chamonix. De McDonald doet gouden zaken…