Met het fantastische koude weer dat we nog steeds hebben snel nog even enkele eenvoudige maar doeltreffende tips voor een goeie nachtrust op sneeuw.
Matje
Het allerbelangrijkste is je matje. In koude temperaturen zal je matje een grotere invloed hebben dan zelf je slaapzak. Als vuistregel voorzie je best twee matjes wanneer je gaat slapen op sneeuw.
Twee simpele Closed Cell Foam (CCF) EVA matjes die samen meer dan een centimeter dik zijn doen het prima. Hoe dikker hoe beter uiteraard. Anderhalve CCF mat werkt ook goed als gewicht een rol speekt: een volledige van pakweg 180cm onderaan, met daarboven een zelf afgesneden (gebruik een scherp cuttermes) stuk van 120cm.
Je kan het 180cm stuk uiteraard vervangen door een Therm-a-Rest Z-Lite of een Ridgerest.
Wat is beter vraagt u? Z-Lite of Ridgerest? Ze zijn nagenoeg hetzelfde, de Z-Lite is opvouwbaar, krult niet terug op als je die uitspreidt, en is iets compacter. Een Ridgerest is net ietsje warmer, en kan rechtop in de rugzak gestoken worden, waar je de mat laat open gaan, en waar het zo dient als versteviging van de buitenkant van de rugzak. Een belangrijk detail is comfort – ahum niet dat er veel comfort is natuurlijk in vergelijking met een zelfopblazend matje, of een luchtmatras – de Z-Lite is in principe net iets comfortabeler door zijn eierdoos structuur… als je niet te zwaar bent! Iemand van pakweg 65kg zal nog mooi zweven op die eierdoos, iemand van 100kg zal die structuur helemaal pletten, en dus met een dunner matje uitkomen dan een Ridgerest. Pluimgewichten kunnen dus kiezen voor een Z-Lite, zwaargewichten houden het best bij de klassieke Ridgerest. Beide matjes isoleren effectief beter dan een klassiek CCF matje (ze hebben een hogere R waarde, of isolatiewaarde).
Welk matje bovenaan?
Deze discussie is extreem belangrijk bij de nieuwste generatie matjes zoals de Exped SynMat UL 7 en de Therm-a-Rest NeoAir XLite.
Beide matjes kunnen een extra boost gebruiken bij stevige vorst en sneeuw. Een simpel CCF matje, zelf een goedkoop “blauw” matje uit het warenhuis, zal al een verschil maken.
Gezond boerenverstand zou dit CCF matje onder de luchtmatras steken. Op die manier is de luchtmatras beschermd tegen prikken. Klopt. Aan een platte luchtmatras heb je niets. Meer nog, het kan levensgevaarlijk zijn bij extreem koude temperaturen. Maar… als je op sneeuw slaapt is de kans groot dat je op een effen bovengrond slaapt, en dat de takken, wortels en stenen zich tientallen centimeters onder je. Een grondzeil biedt wellicht voldoende bescherming voor de luchtmatras. En dit is maar goed ook, want het CCF matje, het moussen matje dus, moet tegen je liggen, dus bovenop de luchtmatras. Hier bestaan veel misverstanden over, maar vertrouw ons – of test het zelf in je tuin – je wilt absoluut het moussen matje bovenop de luchtmatras en tegen je lichaam.
De reden is hetzelfde waarom gewone luchtmatrassen niet werken in de kou: de koude lucht beweegt continue in de luchtmatras en je lichaam kan dit niet opwarmen. Je verliest dus continue warmte. Zelfs met een moussen matje eronder gebeurd dit. Plus via de zijkanten van de matras verlies je nog steeds veel warmte, of omgekeerd: kruipt de kou in de luchtmatras.
Luchtmatras eerst, dan moussen matje, dan slaapzak. Zo hoort het. Test het zelf maar uit, het verschil is ogenblikkelijk merkbaar.
De SynMat UL 7 heeft een beetje synthetische vulling, zoals een jas dus, die het circuleren van koude lucht tegengaat. Maar bij extreem koude temperaturen is dit niet voldoende. De NeoAir XLite maakt gebruik van kleine en reflecterende kamers om het circuleren te beperken. Maar ook hier kom je de limiet tegen van zo’n matje op de sneeuw en doe je er beter aan een eenvoudig moussen matje er bovenop te leggen. Je verliest dan wel de reflecterende werking, maar die bepaalt echt maar een minuscule hoeveelheid warmtewinst. Een simpel matje bovenop zo’n systeem en je hebt een warm én zeer comfortabele matras.
Bij zelfopblaasbare matjes is de volgorde van minder belang, maar blijft het zinvol om het simpele moussen matje bovenaan te leggen. Zelfopblaasbare matjes bestaan vanbinnen uit CCF of andere mousse, en lucht. De lucht kan er beperkter circuleren, en zal dus minder een afkoelend effect hebben.
Slaapzak
Als je matje goed is, kan de slaapzak zijn werk doen. Anders is het een verloren zaak. Naar slaapzakken toe kunnen we bondig zijn. Denk je aan wintertrekking in België, zoek dan iets van een comforttemperatuur rond de -10°C. Comfort van nul zal niet voldoende zijn, zelfs met alle truken van de foor. En ga a.u.b. niet af op extreme temperatuur, want dit betekent niets meer dan dat je net niet gaat sterven in de eerste 6 uur (letterlijk!), maar wel onderkoeld gaat zijn, met bevriezingsverschijnselen, en met opname in het ziekenhuis. Na die 6 uur wordt er vanuit gegaan dat je voor altijd gaat slapen… Lees er EN 13537 maar even op na. Dus enkel zien naar de comforttemperatuur is de boodschap.
Upgraden kan via een liner, fleecedeken, of extra (zomer?) slaapzak of extra kleren. Compact is het allemaal niet, maar wintertrekking is altijd een beetje afzien niet? Test je in de tuin, dan kan je net zo goed een klassiek donsdeken in de buurt houden voor het geval dat de slaapzak het niet haalt. Of een ouderwets puur wollen deken. Werkt prima als je kampeert met bijvoorbeeld de wagen in de buurt. Zo’n wollen deken kan ook goed dienst doen als extra vloerkleed, maakt de bodem van de tent een pak warmer en aangenamer om op te bewegen.
Met een bivakzak kan je de slaapzak ook met enkele graden upgraden, en met enkele graden bedoelen we dan ook een graad of twee, pakweg 5 maximum. Verwacht geen wonderen van één millimeter textiel. Maar het sluit het geheel wel extra af, en voorkomt vooral koude luchtstromen.
Als je een ruime bivakzak hebt, kan je het slaapmatje meenemen in de bivakzak. Let wel, een bivakzak moet ruim genoeg zijn, zodat de dons van de slaapzak niet gecomprimeerd wordt. Hetzelfde geldt voor extra kleren: als je zo hard gespannen zit in je slaapzak, kan de kans bestaan dat je de donskamers plat drukt, waardoor de dons niet meer optimaal kan isoleren. Je wilt dat de kamers extra luchtig en bol staan. Dus ook opletten met een extra overslaapzak, dat deze je warme winterslaapzak niet plet.
Eet nog iets voor het slapen gaan, en hou een reep in de buurt, in de slaapzak – anders bevriest die – voor als je het echt koud krijgt midden in de nacht. Een Snickers kan het verschil maken tussen nog een paar uur doorslapen en rillen tot het eerste ochtendlicht.
Een Nalgene fles met kokend water kan ook wonderen doen. En zal ’s ochtends nog lauw zijn. Stop die terwijl je nog niet in de slaapzak zit tussen pakweg je fleece en je jas. Een zalige warmte die zich over je borstbeen zal verspreiden. Geef de fles continue door aan de andere, je zal op slag heel populair zijn. Neem diezelfde fles dan mee in de slaapzak, zorg wel dat die niet kan uitlopen, en stop die bij je buik of bij je voeten. Heb je meteen water dat niet bevroren is voor ’s ochtends te koken.
Tent
Je zal een merkbaar klimaatverschil hebben in de tent met buiten. Je zal dan ook condens hebben. Enkel verluchten helpt. Tegelijk is het vooral diezelfde luchtstroom die voor afkoeling zal zorgen. Het is altijd iets. Een tarp biedt natuurlijk veel verluchting en heeft minder last van condens, maar zal je geen microklimaat bieden, hoewel het je wel kan beschermen tegen de wind als die goed opgezet is… en als de wind ’s nachts niet draait! Maar kom, eigenlijk is het gebruik van een tent of een tarp niet anders in de zomer als in de winter.
Wat wel verschilt zijn de piketten. Piketten inslaan in diepe sneeuw is zinloos. Die floepen er direct terug uit. Je wilt hier sneeuwankers gebruiken. Wat zijn sneeuwankers? Wel gewoon een chique woord voor om het even wel voorwerp je gebruikt om een tentlijn rond te wikkelen en te begraven onder de sneeuw. Meestal zijn dat diezelfde piketten die waar je het touw aan vastmaakt, en ze horizontaal begraaft in een gleuf, waarop je dan sneeuw smijt en aanstampt. Je kan werkelijk vanalles gebruiken, tot plastiek zakken gevuld met sneeuw toe. Zolang het maar een voorwerp is waar het touw niet door kan snijden of makkelijk langs kan glijden.
Let wel, met een beetje pech is de sneeuw steenhard geworden ’s ochtends, en heb je een ijsbijl en een half uur noeste arbeid nodig om je piketten terug te vinden. Gebruik daarom bv takjes – dood hout uiteraard – die je gewoon kan achterlaten in de sneeuw. Knoop het touw er niet aan vast, maar leg het gewoon er rond, en knoop het losse uiteinde dan ergens boven de sneeuw vast aan de stormlijn. ’s Ochtends hoef je dan enkel het touw door de sneeuw heen te trekken zonder de tak te moeten opgraven.
Kledij
Een muts is absoluut noodzakelijk, een balaclava of bivakmuts kan nodig zijn. Extra kousen zijn welkom. Natte kousen van de dag ervoor droog je best op je lichaam in de slaapzak. Neen het is niet fijn, maar stijfbevroren kousen in de ochtend zijn dit al veel minder.
Denk niet dat je genoeg hebt met je zogenaamde actieve lagen, het is te zeggen als we uitgaan van het 3 lagen model, je thermisch t-shirt, je fleece, en je regenjas als je stopt met wandelen. Tijdens het wandelen is dit genoeg, zelfs te veel vaak (regenjas in de rugzak!), maar zodra je een uur gestopt hebt zal je niet genoeg hebben met een regenjas alleen. Neem dus een donsjas of bodywarmer mee, of in vochtige omstandigheden een warme synthetische jas, wat iets vaker inzetbaar is, in ons nat weer. De warme jas kan dan ook mee in de slaapzak, gedragen, of als deken op je, of over de slaapzak, gespreid. Vergeet niet, niet je donsslaapzak zo hard opspannen dat de dons geplet is!
Voila. Veel plezier. Wees voorzichtig. Test een paar keer in de tuin. Doe dit zeker met nieuw materiaal en in nieuwe temperaturen – je zou verschieten wat een verschil enkele graden kan maken, en hoe je lichaam daarop reageert. Je buren gaan lachen, dat doen ze hier ook, maar wees gerust dat je niet de enige bent die in zijn tuin test. Onthou vooral dat een moussen matje bovenop een andere mat moet komen, het verschil in warmte is waanzinnig. Anders ga je echt de koude lucht voelen bewegen onder je slaapzak door. Slaap lekker.
Geef een reactie