Als je op wintertrekking gaat, hoe moet je je dan kleden? Vanalles meepakken in de rugzak voor het geval dat? Een hoop fleecekes voor het geval je het koud krijgt (en koud krijgen zal je)? Drie jassen boven elkaar aandoen? Of gewoon warm thermisch ondergoed meenemen? Gelukkig is er een beter systeem. Eentje dat de alpinisten uitgevonden hebben maar wintertrekkers net zo goed kunnen gebruiken.
Eigenlijk is het vrij eenvoudig. Je moet een Action Suit System bouwen. What’s in a name? Een Action Suit is niet meer dan kledij waarin je hard kan zweten, en waar dat zweet zo snel mogelijk weg kan. Het is geen warm systeem, maar een actief systeem. Denk bijvoorbeeld aan hardlopers die in de winter hun kilometertjes doen. Die zijn ook niet dik gekleed. Nu, een hiker zal bij normaal terrein niet zo’n harde inspanning leveren als een hardloper, dus moet zijn actieve laag net ietsje dikker zijn.
Concreet komt het er op neer dat je je niet kleedt tegen de kou. Je zal toch geen koud meer hebben na vijf minuten stappen, en al helemaal niet meer aan je eerste bergop. Je vertrekt dus met een kil gevoel, heb je het warm bij het vertrek dan ben je wellicht te dik gekleed.
Wat doe je aan? Een sneldrogende basislaag, daarom niet per se een winterlaag, met daarboven iets van bescherming tegen de wind. Dat kan een echte softshell zijn, of een windshirt. Meer dan dat heb je waarschijnlijk niet nodig. Is het tientallen graden onder nul dan zorg je gewoon voor een iets dikkere basislaag. Een Woolpower 200 bijvoorbeeld. Of als je Amerikaan bent, en voor synthetisch kiest, een Patagonia Capilene 4 of zelfs een Patagonia R1 fleece – die ultralichte fleece / basislagen met die bekende Polartec Power Dry grid-structuur.
Heb je een Buffalo, dan is het nog simpeler. Je draagt je Buffalo en verder niets. Buffalo zorgt voor warmte, verluchting (zodat je je kan aanpassen aan het terrein, denk die bergop van daarstraks), zweetafvoer en bescherming (hun Pertex is het ideale windshirt). Bij -16°C nog steeds vrolijk stappend met enkel een Buffalo aan. De buikriempjes flink toegesnoerd, en de heupband van de rugzak door de typische Buffalo smock-kangoeroe-zak. Zolang je blijft bewegen heb je geen koud. Heb je het te warm, dan zet je maar één van de ritsjes open.
Qua broek kies ik steeds voor een stretch woven softshell broek. Hetzelfde materiaal als uit het echte softshell artikel. Het gaat hier om wintertrekking dus neerslag krijgen we enkel onder de vorm van sneeuw. Een hardshell / regenbroek combo is dus niet nodig. Anderen kiezen voor een Scandinavische polycotton broek met wax. Nog andere dragen er broekkousen onder. Persoonlijk doe ik dit niet want ik heb zelden koud aan de benen. Bij de softshell broek, die op zich meer dan warm genoeg is, merk ik wel dat bijvoorbeeld de typische ingebouwde getten een probleem vormen om de broek onderaan snel te laten drogen: de getten worden nat, en op die plek, door de extra layers, droogt de broek niet snel genoeg. Als je verwijderbare getten hebt, kan je overwegen om die uit de broek te halen. Heb je aparte getten, en ademen die voldoende, dan kan je overwegen om die aan te trekken.
Neem je een middagpauze, dan trek je een synthetische puffy aan, aka belay jacket. Want je Action Suit Systeem is niet warm genoeg om stil mee te staan. Waarom synthetisch? Omdat je lekker vol al dan niet onmerkbaar zweet staat. En je de dons niet vochtig wilt maken. Vochtige dons? Was gewoon even je hoofdkussen thuis en je merkt wat we bedoelen. Eén grote klitbal. Gedaan isolerend vermogen. Optie B is geen middagpauze en gewoon een week op Snickers leven. Zo deden wij het in het verleden en het werkte ook. Stop wel die Snickers in je binnenzak of het wordt een stevige nougatbar. Bon dit gezegd zijnde: synthetische puffies zijn er in alle soorten en maten, en prijzen, dus misschien toch maar gewoon voor een puff gaan zodat je je kan opwarmen tijdens een pauze. Pro-tip: niet vijf minuten wachten met het aantrekken van die puff, maar die meteen aantrekken zodra de rugzak afgaat: de hitte die je op dit ogenblik produceert wil je zo lang mogelijk vasthouden. Pro-tip twee: na het eten zal je het altijd erg koud krijgen. Je maag is bezig, je staat stil, je lichaam komt tot rust (misschien toch een reden om voor de Snickers optie te gaan). Als uitzondering op de regel kan je misschien je puff een minuutje of 10 aanhouden, net na het vertrek. Maar dan moet je die daarna wel heel bewust uitdoen, en niet de rest van de namiddag met de puff lekker cosy verder stappen. Pro-tip drie: bij pauzes krijg je koude voeten. Accept this. De remedie? Verder stappen.
Tot zover het Action Suit System. Dat eigenlijk verdacht veel op een door-het-jaar systeem lijkt nietwaar? Behalve dan dat in theorie regen niet mogelijk is, enkel sneeuw, en sneeuw is bijlange niet zo nat. Eigenlijk is de buitentemperatuur niet zo relevant als je hard aan het sporten bent, je lichaam is zelf zo warm, dat tien graden meer of minder buiten niet echt meer relevant is. Ik denk hierbij altijd terug aan het middelbaar waar je 4km moest lopen tijdens de L.O. lessen, in een katoenen t-shirt, en tijdens vriesweer. En dat ging ook. Het grote verschil is eigenlijk dat je moet zorgen voor windbescherming. Windshirt of softshell, en je bent er.
Nu het Action Suit System betekent ook een tweede complementair systeem voor degene die op wintertrekking gaat. Die heeft een volledige tweede set droge & warme kleren nodig voor in kamp. De tent dus. Camp Clothing zoals ze zeggen.
De bedoeling hier is wederom eenvoudig. Zodra de tent opstaat, strip je je uit je Action Suit, en trek je volledig droge kleren aan: droge sokken, droge (dons)broek (of warme broekkousen), een droge, warme baselayer. En daarboven een warme dons. En daarboven, indien nodig je synthetische puff die je tijdens de dag ook al gebruikt hebt. Behalve natuurlijk wanneer die kletsnat is, maar in principe heb je die maar sporadisch gebruikt en blijft die dus redelijk droog.
Eventjes de slaapzak induiken kan wonderen doen. Zeker om de voeten te laten opwarmen. Daarna moet er nog gekookt worden. Camp booties (dons schoentjes) kunnen ook erg goed van pas komen, ook om die laatste nature’s call te beantwoorden. Tegen dan wil je echt niet meer in je wandelschoenen, want die liggen nu al stijf bevroren onder de buitentent. Een alternatief is gewoon een extra paar kousen, en een paar plastiekzakken en zo rap rap naar buiten. Onlangs voor de eerste keer geëxperimenteerd met dunne, goedkope, lichtgewicht neopreen schoentjes vanuit de kajak. Met daarin alleen maar Woolpower 200 sokken (dat zijn hun hele gewone “dunne” wandelsokken) kon je perfect nog even die scheerlijn gaan bijstellen ’s nachts.
Voor het slapen gaan trek ik mijn natte overdag kousen aan, over mijn slaap / kamp kleren / Camp Clothes kousen aan, en ga ik zo de slaapzak in. Niet zo goed voor de slaapzak, maar iedere ochtend heb je wel opnieuw volledig droge wandelkousen. Op wintertrekking in pakweg de Ardennen met relatief lage hoogtes, én in fast & lite modus durf ik wel eens met enkel twee paar kousen op pad te gaan, concreet: Woolpower 400 overdag en Woolpower 200 ’s nachts. Gaan we wat verder, en hoger, dan neem ik geen risico en neem ik een extra, derde paar warme sokken mee, voor het geval ik die niet gedroogd krijg tijdens de nacht – wat eigenlijk nog nooit gebeurd is. Nuja… een extra paar sokken kan ook dienen als wanten, of in combinatie met plastiek zakken, een goeie poor-man-camp-bootie vormen.
Los van het Action Suit System + Camp Clothes, nog snel even dit: combineer een modern opblaasmatje altijd met een Closed Cell Foam (CFF) oftwel een moussen matje dat we zeggen. Leg de CCF mat bovenaan, de kans is groot dat zo’n matje’s materiaal warmer aanvoelt dan een glad opblaasmatje. Plus je hoeft je geen zorgen te maken over eventuele puntige zaken die je opblaasmat lek zouden kunnen prikken want je ligt op een hoop sneeuw. Oh ja… en warmte-technisch gezien is het ook beter om een CCF tegen je lichaam te houden omdat in theorie je koude kan voelen langs de zijkanten van een opblaasmat. Gezien een CCF matje “vol” is en dus geen “zijkanten” heeft, heb je dat probleem niet. Concreet: een goedkoop zwart matje van 8mm en 120cm (zelf afsnijden, de overschot gebruiken om je drinkbeker mee te isoleren en een sit-pad te maken) werkt uitstekend.
Vertrek dus niet op wintertrekking met een hele collectie fleecekes, met het gedacht van als het koud is trek ik ze allemaal aan. Overdag heb je ze niet nodig, enfin, toch niet allemaal, en ’s avonds bieden ze toch niet genoeg warmte – anders sliepen we allemaal in een hoop fleece dekens, in de plaats van een dons / kunstvezel slaapzak, nietwaar? Gewoon dunne, sneldrogende kleren overdag, en verse, droge, warme kleren ’s avonds, bij voorkeur op basis van dons of iets gelijkaardigs. Al de rest heb je niet nodig. Het resultaat: comfort (wintertrekking hoeft helemaal niet hard te zijn), lichtgewicht (je hebt vrij weinig extra mee, en dat extra weegt nog eens weinig) en prestatie (je kan een pak verder gaan dankzij comfort en lichtgewicht). Action Suit System. What’s in a name. Zo simpel als het groot is. Doen.
Geef een reactie