De laatste tijd, of is het al jaren ondertussen, hou ik meer en meer van basic. Terug naar de natuur en dat soort dingen. Ook in de kleding die mijn voorkeur krijgt merk ik dit. Ik ga meer en meer op zoek naar natuurlijke materialen. Ik herinner me nog een discussie van enkele jaren geleden met onze koukleum Hiking.be-er Scrat (aka Fille). Hij was van mening dat de technologie de natuurlijke producten zou voorbijsteken. Mijn standpunt was, en is nog steeds, dat de natuur ongelofelijk complex is, en niet te evenaren valt. Denk maar aan dons. Of een echte wollen trui. Daarom was ik al een tijdje op zoek naar een “natuurlijke” uitrusting. Merino, de fijnste wol die er is, en van nature waterafstotend zal zeker aan de basis liggen van mijn toekomstige outfit.

Het Zweedse Woolpower, vroeger Ullfrotte, heeft een zeer uitgebreide collectie Merino kledij. Zowel basislagen als “midlayers” als sokken en accessoires. Wij testten de Woolpower Crewneck 200, een basislaag. Nuja, basislaag is misschien wat bescheiden.

De Crewneck 200 kwam in het legergroen. Ideaal dus voor mijn call of the wild roeping! De meer natuurlijke kleuren worden zeker geapprecieerd. De felle modekleuren zijn prima in de bergen, waar je zichtbaar wilt zijn uit veiligheidoverweging, maar tijdens een rustige boswandeling zijn deze kleuren echt wel aangenaam. Naast army groen is er ook nog blauw, grijs en zwart.

Toen ik de shirt uit zijn doos haalde was ik verrast. Ik heb al véél kledingstukken gezien, gebruikt, getest… maar dit was anders. Lekker eigenwijs. Het model is anders – maar precies wat het zou moeten zijn. En het is zacht. Ongelofelijk zacht. Mama’s kamerjas zacht. No kidding.

Hoe komt dit? Wel niettegenstaande het grotendeels merino is, wordt het aan de binnenkant in lusjes geweven gecombineerd met polyamide (de zogenaamde terry loops). De binnenkant van het shirt lijkt dus sterk op de de binnenkant je moeder’s kamerjas :-). Naast ongelofelijk zacht is het ook dik, licht en warm. Je kan het prima als sweater gebruiken.

De Crewneck heb ik 2 weken aan een stuk gedragen, inclusief dagwandelingen in de Ardennen en een zeer stevig stuk GR512 tussen Diest en Tielt-Winge. Het merkwaardigste was nog wel dat ik ’s avonds, als ik al eens van kleren wissel, of gewoon relax wil zitten, opnieuw naar het Woolpower shirt ging. De Merino is zo warm en aangenaam dragen dat het je eigenlijk gewoon een goed gevoel geeft. Ik heb gevoelige huid, en voel wol zeker jeuken, zelfs de meeste merino kledingstukken voel ik, maar de geslaagde mix hier van merino en polyamide en polyester voelt gewoon aan als… wel om eerlijk te zijn… careful jeugdsentiment coming up… sponsen broekjes (voor degene die al in de jaren 70 rondliepen op deze planeet). Met deze shirt heb ik geen enkele jeuk en is het vandaag mijn meest aangename kledingstuk dat ik in mijn kast hangen heb.

Misschien moet ik wat minder positief zijn? Het vervelende is dat het werkelijk echt goed is. Naast zacht en warm droogt het zeer snel. En dankzij de lusjes voel je niet dat het nat is; je kent het gevoel wel: eventjes rugzak af en je hebt meteen dat kleffe gevoel op je rug. Niet hier. De merino is inderdaad nat, maar je voelt het niet tegen je rug. Na enkele ogenblikken droogt het dan ook zeer snel. Een pauze met de rugzak af, en je shirt is terug kurkdroog. Bij superdunne mega technische lagen heb je dit ook, maar het verbaasde me dat zo’n dikke laag als dit shirt die eigenschap ook had.

Andere eigenschappen zijn naden in de lengte en een zeer lange rug in vergelijking met de voorkant. Ideaal voor het dragen van een rugzak dus.

Is er een maar? Wellicht wel. Ik merkte dat de kleine lusjes wanneer ze ergens achter blijven steken, uitgetrokken kunnen geraken. Wellicht minder een probleem als je het enkel als basislaag gebruikt, waarvoor het bedoeld is – maar ik begon het shirt meer en meer als sweater te dragen omdat het zo aangenaam warm was. De Woolpower 200 lijn is eigenlijk gemaakt voor temperaturen tussen -20C en +10C. Ik kan me eigenlijk moeilijk inbeelden welke warmte een 400 of 600 dan niet moet geven.

Oh en leuk detail… je shirt is getekend door de persoon die het gemaakt heeft. In mijn geval een zekere “Susanne Nygren” uit Zweden. Bedankt Susanne!

Samen met de shirt nam ik ook een paar kousen. Ook de 200 lijn, gemaakt uit merino en polyamide. Met hun neutrale zwarte kleur zien ze er helemaal niet technisch uit. Het model lijkt ook vrij eenvoudig. Maar schijn bedriegt. Ook de sokken werden nu twee weken uitvoerig getest (en ondertussen al één keer gewassen – zonder te krimpen) en ze doen het uitstekend. Hun zachte eigenschap staat duidelijk opnieuw op nummer één. Warm zijn ze ook, maar zonder te warm of zweterig te worden. Ze rieken ook absoluut niet (merino is goed in het reukloos zijn en blijven). Ik merkte ook dat mijn voeten én kousen een pak droger waren na een dag stappen. Meestal kom ik daar toch redelijk dampend uit en laat ik natte voetstappen achter, maar deze keer precies niet. Eigenlijk voelen ze warm en tergelijk luchtig aan. Ik kan je verzekeren, er zijn maar weinig dingen die zo plezierig zijn als op een ijskoude ochtend een paar warme merinokousen aantrekken. Een beetje vergelijkbaar met een theetje drinken naast het haardvuur of macaroni met veel kaas geserveerd krijgen in een Italiaanse hut! Ondertussen heb ik ze nog aan. Terwijl ik dit typ. Door hun klassieke uiterlijk kan je ze perfect ook in de stad dragen.

Er bestaan vandaag veel thermische basislagen. En iedereen zal wel ergens zijn voorkeur hebben. Maar het zalig atypische Woolpower moet je absoluut bekijken. Maak een lijstje van welke produkten en merken je wilt passen, en zorg ervoor dat Woolpower erbij staat. Je hoeft ons niet te geloven, maar doe jezelf een plezier, en bekijk het gewoon zelf. Wij hebben de basis gevonden voor onze “natuurlijke” uitrusting.